Ieder jaar worden de emissiecijfers in de Emissieregistratie opnieuw vastgesteld op basis van diverse bronnen en methoden. De emissiereeks van 1990 tot en met een bepaald jaar t komt in het jaar t+2 beschikbaar op de website. Bijvoorbeeld: in het jaar 2022 worden de emissiecijfers over 1990-2020 gepubliceerd. Omdat er gemiddeld anderhalf jaar zit tussen een emissiejaar en de publicatie van de ruimtelijk verdeelde emissiecijfers, publiceert de Emissieregistratie ook voorlopige emissiecijfers voor de emissies naar lucht.
Voorlopige emissiecijfers
In het voorjaar van jaar t+1 worden op basis van voorlopige statistieken emissiecijfers bepaald voor alle diffuse bronnen in diverse sectoren. Hierbij worden exact dezelfde methodes gebruikt als bij het berekenen van de definitieve cijfers van de voorgaande reeks. Zijn statistische gegevens over het voorgaande jaar nog niet beschikbaar? Dan worden de cijfers gelijk gehouden aan het laatst beschikbare jaar. De voorlopige emissiecijfers worden in de zomer van jaar t+1 gepubliceerd. De voorlopige emissiecijfers worden toegevoegd aan de gepubliceerde reeks emissiecijfers vanaf 1990, zonder ruimtelijke verdeling. Ook de overzichtstabellen worden geactualiseerd met deze voorlopige cijfers (aangegeven met een sterretje*).
Uitzondering hierop vormen emissies naar water, aangezien hier geen voorlopige cijfers worden bepaald.
Proces voor de bedrijfsemissies (puntbronnen)
Na afloop van een emissiejaar t, hebben bedrijven 3 maanden de tijd om bedrijfsemissies in het e-MJV (elektronisch Milieujaarverslag ) in te vullen. Na controleslagen van de Emissieregistratie en het bevoegd gezag worden deze cijfers door het bevoegd gezag geaccordeerd. De berekening van voorlopige emissiecijfers gebeurt nog vóór deze accordering. Hierbij worden geen nieuwe emissiefactoren of methoden toegepast. Er wordt gebruik gemaakt van actuele activiteitgegevens in de berekeningen en van globale data uit de nog niet geaccordeerde e-MJV invoer.
Definitieve emissiecijfers
Na de zomer zijn de bedrijfsemissiecijfers geaccordeerd en daarom definitief. Dan worden er rekenslagen gemaakt om de bijschatting te bepalen. Voor de overige sectoren komen definitieve statistieken beschikbaar om de definitieve emissiecijfers te bepalen. Voor deze berekeningen worden eventuele verbeteringen in de methodieken doorgevoerd of nieuwe emissiebronnen toegevoegd. Bij het berekenen van de definitieve cijfers is het mogelijk dat ook emissiecijfers uit voorgaande jaren in de reeks worden bijgesteld als gevolg van methodiekwijzigingen of foutcorrecties.
Na uitgebreide trendanalyse en eventuele foutcorrecties worden de cijfers van de emissies naar lucht definitief vastgesteld aan het einde van jaar t+1 of aan het begin van jaar t+2. De overzichtstabellen worden begin februari van jaar t+2 geüpdatet met de definitieve cijfers. De vaststelling van de definitieve cijfers naar water volgen in maart. Na vaststelling van de definitieve cijfers worden de cijfers vervolgens ruimtelijk verdeeld. Na dit proces worden de definitieve cijfers gepubliceerd rond de zomer van jaar t+2.
Voorlopige kwartaalcijfers met CBS-methodiek
Ten slotte is er voor broeikasgas-emissiecijfers sinds begin 2021 een bij het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) ontwikkelde methodiek beschikbaar om voorlopige kwartaalcijfers van het lopende jaar te bepalen. Hierdoor is nog eerder dan voorheen in een bepaald jaar een voorlopige schatting te maken van de emissiecijfers van het jaar ervoor. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de berekening van voorlopige kwartaalcijfers. In maart van jaar t+1 is dan al een voorlopig cijfer over het jaar t beschikbaar, door het optellen van de 4 kwartaalcijfers uit jaar t. In juni zijn dan cijfers over het eerste kwartaal van het lopende jaar beschikbaar, en zo ieder kwartaal. Deze voorlopige kwartaalcijfers zijn weergegeven in een overzichtstabel.