Diffuse bronnen zijn activiteiten waarvan de emissies niet direct aan een locatie zijn toegekend. Voorbeelden van diffuse bronnen zijn de activiteiten in de landbouw, door het wegverkeer en van kleine bedrijven.

Gegevens diffuse emissies

Taakgroepen met daarin deskundigen van diverse betrokken instituten berekenen de zogenoemde diffuse emissies. Dit zijn alle niet-individueel geregistreerde industriële bedrijven en de overige sectoren. Voor deze bronnen gebruiken zij dit algemene principe:

Emissie = Activiteitsdata x Emissiefactor (E=AD*EF)

Activiteitsdata komen meestal uit landelijke statistieken. Soms zijn er bronspecifieke basisgegevens beschikbaar. Emissiefactoren worden vastgesteld op basis van metingen, (modelmatige) berekeningen of uit de (internationale) literatuur. Een uitgebreide toelichting op de methoden voor de berekening van de emissies per emissieoorzaak vindt u bij de methoderapporten voor lucht en bij de factsheets naar water.

Voorbeeld diffuse berekening wegverkeer

Startpunt voor de emissieberekening zijn CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)-data over kilometerstanden van individuele voertuigen, dus voor elke kentekenplaat. Per voertuig wordt de kilometerstand vermenigvuldigd met een stof- en voertuigspecifieke emissiefactor. Die emissiefactor wordt bepaald door TNO Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek). Zij gebruiken hiervoor data uit metingen tijdens rijden op de weg, dus onder realistische omstandigheden.

Op basis van voertuigtype, gebruikte brandstof, gewicht en ouderdom worden in totaal ongeveer 350 verschillende emissiefactoren onderscheiden. Nadat de emissie per voertuig is berekend, wordt er per klasse vermenigvuldigd met het totale aantal voertuigen binnen Nederland. De gegevens over het totale aantal voertuigen komen ook van het CBS. Ten slotte wordt er opgeteld per stof en worden de nationale totalen bepaald. Dit voor onder andere kooldioxide (CO2), stikstofoxiden (NOx), fijnstof (PM10) en roetdeeltjes (EC).

Naast de emissies vanuit brandstof wordt ook de slijtage van banden, remmen, en wegdek door het wegverkeer in beeld gebracht. De daarbij vrijkomende emissies belasten ook het oppervlaktewater en riool via afspoelen wegwater. Belangrijke stoffen die daarbij vrijkomen zijn PAK, koper en zink. De methodiek volgt de hierboven beschreven methode, waarbij de emissiefactoren door (inter)nationale literatuur worden afgeleid.