Hernieuwbare energie

Definitieve emissiecijfers over 2023 tonen dat de uitstoot van broeikasgassen in 2023 6,8 procent lager lag dan in 2022. Daarmee worden eerdere berichten  bevestigd. Dat komt doordat er minder elektriciteit werd geproduceerd met fossiele bronnen. Daarnaast werd door de hoge aardgasprijs ook in 2023 meer bespaard, vooral door de industrie en gebouwde omgeving. De dalende trend van de ammoniakemissie zette in 2023 door met een afname van 3,3 procent, vooral in de sector landbouw. 

Daling uitstoot broeikasgassen zet door

De uitstoot van broeikasgassen in Nederland daalt sinds 1990. Tot 2017 was deze daling voor het overgrote deel terug te zien bij de broeikasgassen methaan, lachgas en F-gassen. De uitstoot van CO2 daalde vanaf 2016. Voor de productie van energie werd minder steenkool gebruikt en meer aardgas en hernieuwbare energiebronnen. 

De uitstoot van broeikasgassen lag in 2023 35,6 procent onder het niveau van 1990. Daarmee wordt het zogeheten Urgendadoel, van 25 procent reductie ten opzichte van 1990, net als in 2022 ruim gehaald. Verder is in de Klimaatwet vastgelegd dat de afname in broeikasgasemissies in 2030 55 procent moet zijn ten opzichte van 1990.
 

Uitstoot luchtverontreinigende stoffen gedaald in 2023

De nationale uitstoot van ammoniak is in 2023 vergeleken met 2022 met 4 kiloton gedaald. Dat komt vooral omdat in de sector landbouw minder dieren werden gehouden, de hoeveelheid stikstof in varkensmest is afgenomen en er meer pluimveemest verwerkt en geëxporteerd is. In de sector Verkeer nemen NH3-emissies vergeleken met 2022 iets toe, met 0,3 kiloton, doordat moderne dieselauto’s met een zogenaamde SCR (selective catalytic reduction)-katalysator een hogere NH3-emissie hebben.

De uitstoot van stikstofoxiden is in 2023 vergeleken met 2022 met 7,7 kiloton gedaald. Dat komt door de hoge aardgasprijzen, een steeds moderner wagenpark en doordat er minder elektriciteit opgewekt wordt met steenkool.

In 2020 nam de emissie van niet-methaan vluchtige organische stof (NMVOS) toe door het gebruik van handdesinfectiemiddelen tijdens de Covid19-pandemie. In 2023 is de totale uitstoot van NMVOS 12,5 kiloton lager dan in 2020, en 0,3 kiloton lager dan in 2022. 

De emissies van overige luchtvervuilende stoffen, fijnstof (PM2,5) en SO2 daalden in 2023 respectievelijk 1,8 en 9 procent ten opzichte van 2022.
 

Bedrijfsemissies

Naast de nationale emissies naar lucht zijn ook de bedrijfsrapporten van 2023 beschikbaar gesteld op emissieregistratie.nl. Hier worden emissies van grotere bedrijven die vallen onder de reikwijdte van de E-PRTR (European Pollution Release and Transfer Register) getoond. Onder de E-PRTR Pollutant Release and Transfer Register (Pollutant Release and Transfer Register ) verordening rapporteren bedrijven jaarlijks in een elektronisch Milieujaarverslag (e-MJV elektronisch Milieujaarverslag (elektronisch Milieujaarverslag )) hun uitstoot met betrekking tot diverse stoffen(PDF)

Emissies van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)

Binnen het e-MJV elektronisch Milieujaarverslag (elektronisch Milieujaarverslag ) worden op twee manieren uitstoot van ZZS door bedrijven geregistreerd. De stoffenlijst onder de E-PRTR Pollutant Release and Transfer Register (Pollutant Release and Transfer Register ) (Europese regelgeving) bevat een beperkt aantal Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Deze informatie is op emissieregistratie.nl gepubliceerd.

Daarnaast is sinds 1 januari 2025 het gebruik van de ZZS-emissiedatabase bij rapportages van ZZS-emissies verplicht. Dit is nationale regelgeving. Vergunningplichtige bedrijven rapporteren elke vijf jaar over emissies van ZZS. In 2024 was het al mogelijk om de rapportage van ZZS-emissies in de nieuwe ZZS-modules van het e-MJV te doen. Vanaf dit jaar is het gebruik hiervan verplicht. De ZZS-emissiedatabase vervangt daarmee definitief de ZZS-emissierapportages in Excel. Deze informatie is nog niet op emissieregistratie.nl gepubliceerd.

De gerapporteerde uitstoot van ZSS onder de E-PRTR kan verschillen van de uitstoot zoals gerapporteerd in de ZZS emissiedatabase omdat de rapportage eisen niet exact gelijk zijn.